Queens Of The Stone Age

Queens of the Stone Age

Meesters van de Desert Rock

De Geboorte van een Legende

In de uitgestrekte woestijn van Californië, waar de hitte golft boven het asfalt en de horizon lijkt te trillen van de warmte, ontstond in 1996 een van de meest invloedrijke rockbands van de moderne tijd: Queens of the Stone Age. Het brainchild van Josh Homme, een muzikale visionair die de grenzen van rockmuziek zou herdefiniëren, werd geboren uit de assen van de stoner rock-pioniers Kyuss.

Joshua Michael Homme werd geboren op 17 mei 1973 in Joshua Tree, Californië, een plaats die zijn naam zou eren door zijn toekomstige muzikale prestaties. Opgegroeid in de Mojave-woestijn, werd de jonge Josh al vroeg blootgesteld aan de unieke sfeer die zijn muziek zou komen te kenmerken. De eindeloze woestijnlandschappen, de stilte van de nacht en de mystieke kwaliteit van het woestijnlicht zouden allemaal hun weg vinden naar zijn composities.

Vroege Invloeden en Kyuss

Homme’s muzikale reis begon al op jonge leeftijd. Op zijn elfde kreeg hij zijn eerste gitaar, en hij werd al snel beïnvloed door diverse muziekstijlen, van de zware riffs van Black Sabbath tot de experimentele geluiden van Sonic Youth. Maar het was zijn ontmoeting met bassist Nick Oliveri en drummer Brant Bjork tijdens zijn middelbare schooltijd die de basis zou leggen voor zijn eerste serieuze band, Kyuss.

Kyuss, opgericht in 1987 toen de leden nog tieners waren, zou uitgroeien tot een van de meest invloedrijke stoner rock-bands ooit. Hun geluid, gekenmerkt door zwaar gedowntuned gitaren, hypnotische grooves en een unieke “woestijn-vibe”, legde de fundamenten voor wat later desert rock zou worden genoemd. Albums als “Blues for the Red Sun” (1992) en “Welcome to Sky Valley” (1994) worden nog steeds beschouwd als klassiekers van het genre.

De band was bekend om hun intense livepresentaties, vaak gespeeld voor kleine groepjes vrienden in de woestijn, gevoed door generatoren en omringd door het oneindige landschap van de Mojave. Deze intieme, bijna rituele sessies zouden een blijvende invloed hebben op Homme’s benadering van muziek maken.

De Geboorte van Queens of the Stone Age

Na de ontbinding van Kyuss in 1995 voelde Homme de behoefte om zijn muzikale visie verder te ontwikkelen. Hij wilde een band creëren die niet gebonden was aan de beperkingen van één specifiek genre, een project dat constant zou evolueren en experimenteren. In 1996 richtte hij Queens of the Stone Age op, aanvankelijk als een soloproject, maar al snel uitgroeiend tot een volledig functionerende band.

De naam “Queens of the Stone Age” was een bewuste keuze. Homme wilde een naam die zowel krachtig als mysterieus was, iets dat de tegenstelling tussen zachtheid en hardheid, tussen het vrouwelijke en het mannelijke, zou weerspiegelen. Het was ook een knipoog naar de drag queens die hij had ontmoet in Palm Springs, gecombineerd met zijn liefde voor prehistorische tijden en de ruige schoonheid van de woestijn.

Het Debuutalbum en Vroege Jaren (1998-2002)

Het zelfgetitelde debuutalbum van Queens of the Stone Age verscheen in 1998 en toonde onmiddellijk aan dat dit geen gewone rockband was. Het album, grotendeels opgenomen door Homme zelf met hulp van verschillende gastmusici, presenteerde een verfijndere versie van het desert rock-geluid. Nummers zoals “Regular John” en “If Only” demonstreerden Homme’s vermogen om catchy melodieën te combineren met zware, hypnotische grooves.

Het album werd opgenomen in verschillende studio’s, maar een groot deel van de sessies vond plaats in Homme’s eigen Rancho de la Luna studio in Joshua Tree. Deze studio, gelegen in het hart van de woestijn, zou een centrale rol spelen in de ontwikkeling van de Queens-sound. De natuurlijke reverb van de woestijnomgeving en de afzondering van de buitenwereld creëerden de perfecte atmosfeer voor het maken van muziek.

Na het debuut werd de live-bezetting van de band uitgebreid. Bassist Nick Oliveri, Homme’s oude Kyuss-kompaan, voegde zich bij de band, evenals drummer Alfredo Hernández. Deze formatie zou de basis vormen voor het tweede album, “Rated R” (2000).

“Rated R” markeerde een belangrijke evolutie in de sound van Queens of the Stone Age. Het album was zwaarder dan zijn voorganger, maar ook meer experimenteel. Nummers zoals “The Lost Art of Keeping a Secret” en “Feel Good Hit of the Summer” toonden Homme’s groeiende vertrouwen als songwriter en zijn bereidheid om risico’s te nemen. Het album bevatte ook meer gastmuzikanten, een trend die zou voortduren gedurende de hele carrière van de band.

De Doorbraak: Songs for the Deaf (2002)

Het derde album van Queens of the Stone Age, “Songs for the Deaf” (2002), wordt algemeen beschouwd als hun meesterwerk. Het album, geproduceerd door Eric Valentine en Adam Kasper, bracht de band internationale roem en commercieel succes. Voor het eerst voegde zich een permanente drummer bij de band: Dave Grohl van Foo Fighters en ex-Nirvana, wiens krachtige drumwerk het album een ongekende energie gaf.

“Songs for the Deaf” was conceptueel opgezet als een reis door de woestijn, waarbij radio-intermezzos van fictieve radiostations het verhaal vertelden van een rit door de Californische woestijn. Deze intermezzos, ingesproken door verschillende bekende stemmen waaronder DJ’s uit de regio, gaven het album een cinematische kwaliteit die perfect paste bij de muziek.

Het album bevatte enkele van de meest iconische nummers van de band, waaronder “No One Knows,” dat uitgroeide tot een wereldwijde hit. De videoclip, geregisseerd door Michel Gondry, won meerdere MTV Video Music Awards en droeg bij aan de status van de band als een van de belangrijkste rockacts van hun generatie.

Het succes van “Songs for the Deaf” bracht echter ook spanningen met zich mee binnen de band. Nick Oliveri’s gedrag werd steeds problematischer, en zijn relatie met Homme verslechterde geleidelijk. Na een reeks incidenten werd Oliveri in 2004 uit de band gezet, wat het einde betekende van een era.

Lullabies to Paralyze en Nieuwe Bezettingen (2005-2007)

Met “Lullabies to Paralyze” (2005) toonde Queens of the Stone Age aan dat ze konden voortbestaan zonder Oliveri. Het album, met Troy Van Leeuwen op gitaar en Alain Johannes op bas, had een donkerder, meer introspectieve sfeer dan zijn voorgangers. Nummers zoals “Little Sister” en “In My Head” bleken dat Homme’s songwriting-vaardigheden alleen maar waren verbeterd.

Het album was ook opmerkelijk om zijn gastbijdragen. ZZ Top’s Billy Gibbons speelde mee op “Burn the Witch,” terwijl Brody Dalle van The Distillers zang bijdroeg aan “In the Fade.” Deze samenwerking met diverse artiesten werd een handelsmerk van Queens of the Stone Age en toonde Homme’s bereidheid om over genregrenzen heen te kijken.

Tijdens de “Lullabies to Paralyze” tour werd de live-bezetting verder uitgebreid met toetsenist Natasha Shneider en verschillende gastmusici. De band begon een reputatie op te bouwen als een van de beste live acts ter wereld, met shows die varieerden van intieme cluboptredens tot hoofdpodium-slots op de grootste festivals.

Era Vulgaris en Experimentatie (2007-2010)

“Era Vulgaris” (2007) was misschien wel het meest experimentele album van Queens of the Stone Age tot dat moment. Opgenomen in verschillende studio’s en met een roterende cast van muzikanten, reflecteerde het album Homme’s groeiende interesse in elektronische muziek en zijn bereidheid om de grenzen van het rock-genre te verkennen.

Het album opende met “Turnin’ on the Screw,” een nummer dat onmiddellijk duidelijk maakte dat dit een ander soort Queens-album zou zijn. De productie was scherper, de arrangementen complexer, en Homme’s zang meer gevarieerd dan ooit tevoren. Nummers zoals “Sick, Sick, Sick” en “3’s & 7’s” toonden aan dat de band nog steeds in staat was om onvergetelijke hooks te schrijven, terwijl tracks zoals “Run, Pig, Run” en “River in the Road” hun experimentele kant belichtten.

Tijdens deze periode begon Homme ook te werken aan andere projecten. Samen met Jack White van The White Stripes en Jimmy Page van Led Zeppelin vormde hij de supergroep The Raconteurs voor een aantal optredens. Hij begon ook te werken aan wat later Them Crooked Vultures zou worden, een project met Dave Grohl en Led Zeppelin’s John Paul Jones.

Them Crooked Vultures en Pauze (2009-2013)

In 2009 richtte Homme samen met Dave Grohl en John Paul Jones de supergroep Them Crooked Vultures op. Dit project, dat voortkwam uit jam-sessies tussen de drie muzikanten, resulteerde in een album dat kritisch zeer goed werd ontvangen. De band toerde uitgebreid en won een Grammy Award voor Best Hard Rock Performance.

Tijdens deze periode lag Queens of the Stone Age min of meer stil. Homme gebruikte de tijd om te reflecteren op de richting van de band en om nieuwe muziek te schrijven. Hij richtte ook zijn eigen platenlabel, Rekords Rekords, op en begon te werken als producer voor andere artiesten.

…Like Clockwork: Een Terugkeer naar Vorm (2013)

Na zes jaar stilte keerde Queens of the Stone Age terug met “…Like Clockwork” (2013), een album dat door velen werd beschouwd als hun beste werk sinds “Songs for the Deaf.” Het album was geboren uit een donkere periode in Homme’s leven, waarin hij een bijna-fatale operatie onderging en geconfronteerd werd met zijn eigen mortaliteit.

“…Like Clockwork” was introspectief en emotioneel, maar behield de karakteristieke Queens-sound. Het album bevatte bijdragen van een indrukwekkende lijst gastmusici, waaronder Dave Grohl, Trent Reznor van Nine Inch Nails, Alex Turner van Arctic Monkeys, en Elton John. Het titelnummer, “I Sat by the Ocean,” werd een van de meest geliefde nummers van de band.

Het album debuteerde op nummer 1 in de Billboard 200, de eerste keer dat een Queens-album de top van de Amerikaanse albumcharts bereikte. Het was ook een internationaal succes, met hoge noteringen in vrijwel alle belangrijke markten wereldwijd.

Villains en Mainstream Succes (2017)

“Villains” (2017) markeerde een nieuwe fase in de carrière van Queens of the Stone Age. Geproduceerd door Mark Ronson, bekend van zijn werk met Amy Winehouse en Bruno Mars, had het album een meer gepolijste, radio-vriendelijke sound. Dit leidde tot gemengde reacties van fans en critici, waarbij sommigen het verweten te commercieel te zijn geworden.

Desondanks bevatte “Villains” enkele uitstekende nummers, waaronder “The Way You Used to Do” en “Feet Don’t Fail Me.” Het album toonde aan dat Queens of the Stone Age nog steeds in staat was om te evolueren en nieuwe geluiden te verkennen, ook al was niet iedereen tevreden met de richting.

De bijbehorende wereldtournee was een van de grootste in de geschiedenis van de band, met uitverkochte shows in arenas en festivals wereldwijd. De live-bezetting tijdens deze periode bestond uit Homme, Troy Van Leeuwen, Dean Fertita, Michael Shuman en Jon Theodore, een formatie die de perfecte balans wist te vinden tussen technische vaardigheid en rock ’n roll attitude.

Samenwerkingen en Invloed

Gedurende hun carrière hebben Queens of the Stone Age samengewerkt met een indrukwekkende reeks artiesten. Van rock-legendes zoals Jimmy Page en Robert Plant tot moderne iconen zoals Jack White en Trent Reznor, Homme heeft altijd een talent gehad voor het samenbrengen van diverse muzikale persoonlijkheden.

Een van de meest opvallende samenwerkingen was met Iggy Pop voor diens album “Post Pop Depression” (2016). Homme produceerde niet alleen het album, maar toerde ook uitgebreid met Pop, wat resulteerde in een levendige documentaire en live-album.

De invloed van Queens of the Stone Age op de moderne rockmuziek kan nauwelijks worden overschat. Bands zoals Arctic Monkeys, The Black Keys, Royal Blood, en talloze anderen hebben openlijk erkend dat ze beïnvloed zijn door de Queens-sound. Het desert rock-genre, dat grotendeels door Homme en zijn bands werd gecreëerd, heeft een hele generatie muzikanten geïnspireerd.

Recente Ontwikkelingen en Toekomst

In de afgelopen jaren heeft Homme gewerkt aan verschillende projecten buiten Queens of the Stone Age. Hij heeft geproduceerd voor artiesten zoals Seasick Steve en Lady Gaga, en heeft bijgedragen aan soundtracks voor films en televisieseries. In 2019 gaf hij ook een aantal akoestische solo-optredens, waarbij hij een meer intieme kant van zijn muziekschap toonde.

De band kondigde in 2023 aan te werken aan nieuw materiaal, hoewel details over een nieuw album nog schaars zijn. Fans kunnen echter verzekerd zijn dat, wat de toekomst ook brengt, Queens of the Stone Age zal blijven evolueren en experimenteren, zoals ze dat gedurende hun hele carrière hebben gedaan.

De Vijf Beste Nummers van Queens of the Stone Age

1. “No One Knows” (2002)

Het kroonjuweel van “Songs for the Deaf” en misschien wel het meest herkenbare nummer van Queens of the Stone Age. “No One Knows” combineert een onweerstaanbare groove met een hypnotische gitaarriff en Homme’s kenmerkende zang. Dave Grohl’s drumwerk geeft het nummer een bijna dansbare kwaliteit, terwijl de tekst een gevoel van existentiële onzekerheid overbrengt. De videoclip, waarbij de band optreedt in een bizarre, surreële omgeving, is even iconisch als het nummer zelf geworden.

2. “Go with the Flow” (2003)

Een nummer dat perfect de essentials van de Queens-sound encapsuleert. “Go with the Flow” begint met een deceptief eenvoudige gitaarriff die geleidelijk uitgroeit tot een krachtige, meeslepende compositie. De tekst, over het accepteren van verandering en het meegaan met de stroom van het leven, wordt ondersteund door een van Homme’s meest memorabele vocale prestaties. Het nummer toont de band op hun meest toegankelijke, zonder concessies te doen aan hun artistieke integriteit.

3. “The Sky Is Fallin'” (2002)

Misschien wel het zwaarste nummer op “Songs for the Deaf,” “The Sky Is Fallin'” is een showcase voor de rauwe kracht van Queens of the Stone Age. Nick Oliveri’s agressieve baslijn, gecombineerd met Grohl’s verwoestende drumwerk, creëert een sonische muur van geluid die zowel intimiderend als betoverend is. Homme’s gitaarwerk is hier op zijn meest experimentele, met vervormde tonen die doen denken aan de oneindige ruimtes van de woestijn.

4. “I Sat by the Ocean” (2013)

Het emotionele hoogtepunt van “…Like Clockwork,” “I Sat by the Ocean” toont een meer kwetsbare kant van Homme’s songwriting. Het nummer, geschreven tijdens een moeilijke periode in zijn leven, combineert melancholische teksten met een prachtige, bijna filmische compositie. De gastbijdrage van Trent Reznor op piano voegt een extra laag emotionele diepte toe, terwijl Homme’s gitaarwerk subtiel maar krachtig is.

5. “Little Sister” (2005)

Een van de meest directe en pakkende nummers van Queens of the Stone Age, “Little Sister” is pure rock ’n roll energie gevangen in drie minuten. Het nummer, dat dient als opener van “Lullabies to Paralyze,” toont de band op hun meest speelse en toegankelijke. De gitaarriff is onmiddellijk herkenbaar, terwijl de tekst een gevoel van broederlijke bescherming overbrengt. Het is een nummer dat perfect de balans vindt tussen commerciële aantrekkingskracht en artistieke integriteit.

Conclusie

Queens of the Stone Age hebben gedurende meer dan twee decennia bewezen dat rockmuziek nog steeds kan evolueren en verrassen. Van hun bescheiden begin in de Californische woestijn tot hun status als een van de belangrijkste rockbands ter wereld, hebben ze consequent geweigerd om zich te laten begrenzen door genreconventies of commerciële verwachtingen.

Josh Homme’s visie van een band die constant evolueert, die samenwerkt met diverse artiesten en die altijd op zoek is naar nieuwe geluiden, heeft geleid tot een body of work die zowel consistent als verrassend is. Of ze nu de zware grooves van desert rock perfectioneren of experimenteren met elektronische elementen, Queens of the Stone Age blijven een band die de grenzen van wat rockmuziek kan zijn, blijft verleggen.

Met hun invloed op een nieuwe generatie muzikanten en hun voortdurende bereidheid om te experimenteren, lijkt de toekomst van Queens of the Stone Age net zo veelbelovend als hun roemrijke verleden. In een muzieklandschap dat vaak gefixeerd is op trends en vluchtige populariteit, blijven ze een baken van artistieke integriteit en creatieve moed, bewijs dat echte rock ’n roll nooit uit de mode raakt.